1 - 5 februari
Dag lieve, kleine en grote kunstenaars,
Maandag begonnen we de dag met vertelkring op een speciale manier. We gooiden met de gevoelsdobbelsteen en moesten dan aan onze buur vertellen wanneer we eens boos, blij, verward, bang, verliefd en verdrietig zijn geweest. Hierdoor moesten ze eens goed nadenken over hun weekend en uiteindelijk hadden ze wel telkens eens iets te vertellen.. Daarna gingen we aan de slag met rekenen. Het 1e leerjaar mocht de getallen zetten tot 20 met kaartjes en leggen met de schijfjes en dan keken wat het grootste getal was. Het 2e leerjaar herhaalde de laatste keer de tafel van 2 met het spelletje 'verover het veld'. Ze gooiden met dobbelstenen (ook dobbelstenen tot 10) en dan mochten ze hun stukje veld kleuren. Wie het meeste veld had veroverd, die had gewonnen. Wat was het een leuke, leerrijke strijd! Daarna mochten ze in het grote alfabetboek kijken, de kindjes van het 1e leerjaar kwamen erachter dat ze de letter 'z' van 'zon' gingen leren en de kindjes van het 2e leerjaar de hoofdletter N. De kindjes van het 2e leerjaar leerden ook meervouden maken van woorden, is het nu keukens of keukenen? Boeken of boeks? Wat denken jullie? Keukens en boeken natuurlijk! Wat kunnen ze dat al goed! Zoals jullie hierboven konden lezen (kleine, grote kunstenaars) gaat ons volgend project over kunst. We doen mee met de lagere school aan de kunstweken en wij gaan ons vooral verdiepen in Keith Haring, maar ook Andy Warhol komt eens aan bod. We gingen dus ook eens kijken en nadenken wat we nog allemaal willen leren tijdens ons project. Zo willen ze een neus leren tekenen (want dat is moeilijk hoor), een auto leren tekenen, willen ze weten hoe kunst is ontstaan, of je ook een muur kan schilderen, hoe lang ze aan 1 schilderij/portret zitten,... Het worden echte kunstenaars!
Noa: Er was eens een mannetje en hij was geel. Er kwam ook een rood mannetje bij. Samen zweven ze door de lucht. Ze zijn gebotst en ze zijn in elkaar verstrikt geraakt. Maar ze leefden samen lang en gelukkig.
Noémie: Er was eens een geel ventje. Hij stond voor het gras. Opeens zag hij een cactus. Hij trapte op zijn prikkers en viel in het gras. Auw!
Amalia: Er was eens een mannetje. Hij had plots een staart. Misschien was hij wel in een varkentje veranderd want het is een krullend staartje!
Sem: Mijn verhaaltje gaat over een grote man. Twee vrienden zagen de man en vonden dat hij reuzegroot was. Misschien was hij wel een spook? We proberen eens een high five te doen door zijn lichaam. Yes!!! Het is gelukt! Het is echt een spook!
Alicia: Mijn verhaaltje gaat over een vrouwtje. Ze had een schaar vast. Ze botste tegen een ander figuurtje. Die had ook een schaar vast. Ze knipten samen op een politielijn. Toen maakten ze de wereld vol met lijntjes.
Munas: Het verhaaltje gaat over een klein kindje dat gaat zwemmen. De mama wist hier helemaal niets van. Het kindje verdronk bijna. Hij wilde heel graag dat zijn mama kwam.
Alegandro: Er waren superveel kinderen. Ze verdwenen in een grote hand. Eigenlijk mocht dit niet en vlogen ze allemaal in de lucht. Want… het was een rakethand!
Aza: Mijn mannetje stond es op het dak en zwaaide met zijn armen. In zijn wereld bestonden er al vliegende auto’s. Toen kwam hij een vrouwtje tegen en ze raakten vast in elkaar. Bij de dokter lukte het niet om los te komen dus dan zijn ze getrouwd!
Clémence: Er was een slechte wolf en die viel in een struik. Toen hij viel veranderde de struik in een rivier en het beest verdronk.
Warre: Op mijn kaartje staat een oud opaatje en die ging naar de winkel. Hij voelde zich heel sterk en hij probeerde een andere man op te heffen. Dit was erg moeilijk want het was een dikke meneer. Hij had ook heel veel mee uit de winkel. Het oude opaatje zweette erg en liet de man weer zakken. Nu stond hij op zijn teen! Au, au, au! Wat ben jij toch een kieken!
Fatiha: Mijn verhaal gaat over een broertje en zusje. Ze gingen op avontuur. Ze zagen een hond die boos was en heel luid blafte. Hij was zo boos omdat de kindjes op zijn rug zaten. De hond was van een meneer die de hond net had gekocht.
Leon: Mijn prentje vertelt het verhaal van een siamese tweeling. De mama kon niet voor de kindjes zorgen en zo zijn ze naar een andere familie gegaan.
Roy: Het ventje ging vissen en hij viel pardoes in het water. De dolfijn heeft hem opgepikt en gered. Samen hebben ze nog wat gespeeld!
Jayden: Er waren eens twee rode mannetjes en een kleine groene. Ze waren aan het stunten. Eentje viel er om. Daardoor viel er nog een tweede om. Het kleine mannetje was in nood en riep naar de andere twee grote mannen maar ze hoorden hem niet. Het kleine mannetje verdween in het water.
Ciana: Er waren eens twee honden. Die zaten aan elkaar vast. Ze raakten niet van elkaar. De mama-hond vond dit heel raar. Ze bracht de hondjes naar de dokter. Hij kon het probleem niet oplossen.
Xander: Twee mannetjes en die hadden geen hoofd! De nek was helemaal tegen elkaar gegroeid. Ze wilden graag naar de dokter maar er was een probleem. Ze hadden geen hoofd dus ze vonden de ingang niet. Dus deden ze de hele tijd zotte bewegingen.
Sytze: Er was eens een blauw mannetje en er kwamen er nog twee bij. Ze struikelden over elkaar en toen zaten ze vast! Ze gingen samen naar school en daar kregen ze het project ‘brandweer’. Ze gingen dus samen naar de brandweer en daar mochten ze leren blussen.
Arjen: Op mijn prentje staan twee mannetjes en deze gingen vissen. De ene liet de andere schrikken. De ene sprong van schrik in het water. Daar zat een dolfijn. Ze hebben samen in het water gespeeld. Toen ze naar huis gingen maakten ze een plan om eens echt te gaan vissen.
Lara: Er was eens een vrouwtjeshond en zij kwam een mannetjeshond tegen. Hij blafte heel luid en veranderde in een wolf. Het vrouwtjeshondje was een beetje bang van die boze wolf. Maar plots besefte ze dat zij ook een boze wolf kon zijn en ze blafte terug. Ze trouwden en leefden nog lang en gelukkig.
Lily: Mijn verhaal gaat over vier groene mannetjes en één blauw baby'tje. De mannetjes waren aan het voetballen. Ze dachten dat de baby niet kon voetballen. Maar ze beslisten om een match te doen. Ze zagen dat de baby het toch kon!
Drieke: Er was één oranje-rood mannetje. Die ging gaan vissen maar toen kwam er een groene dolfijn op hem springen. Toen moest hij krom gaan vissen. Toen de dolfijn van het mannetje spong flapperde hij in het rond. Het mannetje droeg de dolfijn terug naar het water. Zo kon hij terug wegzwemmen. Nu kon het mannetje op zijn gemak vissen. Oef! Hij ging uiteindelijk naar huis en bakte een visje in de pan. Hij leefde nog lang en gelukkig.
Thalia: Er waren es drie aapjes. Ze waren geel, roze en rood. Ze speelden samen verstoppertje! De tikker mocht niet kijken. De andere aapjes moesten zich verstoppen en heel stil zijn. Anders kon het tikkeraapje hen vinden. Ze klommen heel hoog in een boom. De zoeker kon hen niet vinden.
Vrijdag was het EINDELIJK zo ver voor het 2e leerjaar! Ze mochten gaan voorlezen bij de anemonen en wauw, wat deden ze dat goed! Er zitten een paar geboren kleuterleiders en kleuterleidsters tussen hoor! Iedereen genoot ervan! De kindjes van het 1e leerjaar mochten terwijl lezen bij Dominique, ook zij deden het super goed!! De kindjes van het 2e leerjaar maakte ook nog een toets van de tafel van 2 en maakten nog oefeningen rond de tafel van 10 en de kindjes van het 1e leerjaar mocht aan de slag met pixels voor + en - tot 20.
Foto's
Reacties
Een reactie posten